Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 50 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze afdeling bepaalde wordt verstaan onder:
a
kamerlid: lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;
b
gewezen kamerlid: hij die uit hoofde van een aftreden als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal uitzicht heeft op pensioen krachtens deze afdeling;
c
gepensioneerd kamerlid: hij die uit hoofde van een aftreden als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal recht heeft op pensioen krachtens deze afdeling;
d
kamerlidtijd: tijd, gedurende welke belanghebbende als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is opgetreden en waarover schadeloosstelling is genoten;
e
berekeningsgrondslag: het bedrag van de op de dag vóór het aftreden geldende schadeloosstelling en aanspraak op eindejaarsuitkering, bedoeld in de artikelen 2 en 2b van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, waarbij de evenbedoelde aanspraak wordt berekend over de schadeloosstelling, bedoeld in artikel 2 van de evengenoemde wet, verminderd met het in dat artikel bedoelde percentage.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.